Able — translation English Dutch. Translate Able into Dutch

able (a) (profession)	capabel (a) (profession)
able (a) (profession)	bekwaam (a) (profession)
able (a) (profession)	competent (a) (profession)
able (a) (profession)	knap (m) (a) (profession)
able (a) (profession)	begaafd (a) (profession)

Able examples66 examples found

be noticeable	merkbaar zijn
be noticeable	duidelijk te merken zijn
be noticeable	duidelijk waarneembaar zijn
be noticeable	duidelijk zichtbaar zijn
be very noticeable	in het oog vallen
be very noticeable	duidelijk uitkomen
be very noticeable	afsteken
not applicable	ontoepasselijk
not applicable	ontoepasselijk
not applicable	niet van toepassing
not applicable	ontoepasbaar
not applicable	ontoepasbaar
not be able to come to grips with something	geen vat op iets kunnen krijgen
not be able to come to grips with something	geen grip op iets kunnen krijgen
not be able to get a handle on something	geen vat op iets kunnen krijgen
not be able to get a handle on something	geen grip op iets kunnen krijgen
not be able to get to grips with something	geen vat op iets kunnen krijgen
not be able to get to grips with something	geen grip op iets kunnen krijgen
not capable	onbekwaam
not capable	incapabel
not perishable	houdbaar
not pronounceable	onuitsprekelijk
not pronounceable	onuitspreekbaar
not suitable	misplaatst
not suitable	ongepast
not transferable	persoonlijk
notable	notabele
notable	aanmerkelijk
notable	notabele
notable	belangrijk
notable	opvallend
notable	gedistingeerd
notable	opvallend
notable	voornaam
notable	merkbaar
notable	bemerkenswaardig
notable	merkwaardig
notable	aanzienlijk
notable	beduidend
notable	prominent
notable	vooraanstaand
notable	opmerkelijk
noticeable	opvallend
noticeable	frappant
noticeable	duidelijk
noticeable	merkbaar
noticeable	constateerbaar
noticeable	merkbaar
noticeable	in het oog lopend
make considerable strides	grote vooruitgang boeken
make knowable to	kenbaar maken aan
able-bodied	valide
able-bodied	gezond van lijf en leden
able-bodied	gezond
be able to afford	zich kunnen permitteren
be able to afford	zich kunnen veroorloven
be able to buy	zich kunnen permitteren
be able to buy	zich kunnen veroorloven
be able to cope with	tegen kunnen
be able to cope with	sterk genoeg zijn om het aan te kunnen
be able to cope with	opgewassen zijn tegen
be able to cope with it	ertegen kunnen
be able to cope with it	ertegen opgewassen zijn
make able	toelaten
make able	mogelijk maken
not able	niet in staat

Translate Able into other languages

— Translate able into German

— Translate able into French

— Translate able into Italian

— Translate able into Spanish

— Translate able into Portuguese

— Translate able into Slovenian

— Translate able into Polish

— Translate able into Czech

Able — English Dutch translation5 translations found