warrant
(n)
(reason)
|
grond
(m)
(n)
(reason)
|
warrant
(n)
(reason)
|
geldige reden
(m)
(n)
(reason)
|
warrant
(n)
(police)
|
bevelschrift
(n)
(n)
(police)
|
warrant
(v)
(trade)
|
garanderen
(v)
(trade)
|
warranted
warrant
warrant
warranted
warranted
warrant
|
gegarandeerd
garanderen
garandeert
garandeerden
garandeerde
|
warrant
(v)
(responsibility)
|
borg staan voor
(v)
(responsibility)
|
warrant
(v)
(action)
|
rechtvaardigen
(v)
(action)
|
warranted
warrant
warrant
warranted
warranted
warrant
|
gerechtvaardigd
rechtvaardigen
rechtvaardigt
rechtvaardigden
rechtvaardigde
|
warrant
(v)
(responsibility)
|
garanderen
(v)
(responsibility)
|
warranted
warrant
warrant
warranted
warranted
warrant
|
gegarandeerd
garanderen
garandeert
garandeerden
garandeerde
|
warrant
(v)
(trade)
|
waarborgen
(v)
(trade)
|
warranted
warrant
warrant
warranted
warranted
warrant
|
gewaarborgd
waarborgen
waarborgt
waarborgden
waarborgde
|
warrant
(v)
(responsibility)
|
instaan voor
(v)
(responsibility)
|
warrant
(v)
(responsibility)
|
waarborgen
(v)
(responsibility)
|
warranted
warrant
warrant
warranted
warranted
warrant
|
gewaarborgd
waarborgen
waarborgt
waarborgden
waarborgde
|