Transfer — English Dutch translation18 translations found

transfer (n) (goods) bezorging (f) (n) (goods)
transfer (n) (woman) overgeplaatste (m) (n) (woman)
transfer (n) (sports) transfer (m) (n) (sports)
transfer (n) (goods) levering (f) (n) (goods)
transfer (n) (sports) transferspeler (m) (n) (sports)
transfer (n) (employee) overplaatsing (f) (n) (employee)
transfer (n) (goods) overhandiging (f) (n) (goods)
transfer (n) (money) overschrijving (f) (n) (money)
transfer (n) (public transportation) overstapje (n) (n) (public transportation)
transfer (n) (money) overdracht (m) (n) (money)
transfer (n) (goods) afgifte (f) (n) (goods)
transfer (n) (man) overgeplaatste (m) (n) (man)
transfer (n) (public transportation) overstapkaartje (n) (n) (public transportation)
transfer (v) (law) overdragen (v) (law)
transfer (v) (persons - objects) overplaatsen (v) (persons - objects)
transfer (v) (law) transporteren (v) (law)
transfer (v) (persons - objects) verplaatsen (v) (persons - objects)
transfer (v) (vehicles) overstappen (v) (vehicles)
Transfer examples3 examples found
transfer to doorberekenen naar
transfer to doorschuiven naar
transfer to afwentelen op
Translate Transfer into other languages
Translate transfer into German
Translate transfer into French
Translate transfer into Italian
Translate transfer into Spanish
Translate transfer into Portuguese
Translate transfer into Slovenian
Translate transfer into Polish
Translate transfer into Czech