Trace — English Dutch translation18 translations found

trace (n) (sign) tikje (n) (n) (sign)
trace (n) (sign) tikkeltje (n) (n) (sign)
trace (n) (quantity) spoor (n) (n) (quantity)
trace (n) (sign) ietsje (n) (n) (sign)
trace (n) (sign) vleugje (n) (n) (sign)
trace (n) (sign) spoor (n) (n) (sign)
trace (v) (find) op het spoor komen (v) (find)
trace (v) (person) opsporen (v) (person)
trace (v) (line) trekken (n) (v) (line)
trace (v) (cause) nasporen (v) (cause)
trace (v) (copying) overtrekken (n) (v) (copying)
trace (v) (cause) naspeuren (v) (cause)
trace (v) (line) traceren (v) (line)
trace (v) (find) ontdekken (v) (find)
trace (v) (copying) calqueren (n) (v) (copying)
trace (v) (person) het spoor volgen van (v) (person)
trace (v) (person) volgen (v) (person)
trace (v) (cause) traceren (v) (cause)
Trace examples8 examples found
disappear without a trace in rook opgaan
disappear without a trace verdwijnen als sneeuw voor de zon
disappear without a trace spoorloos verdwijnen
trace back to terugvoeren tot
trace element bioelement
trace element spoorelement
without a trace als sneeuw voor de zon
without a trace spoorloos
Translate Trace into other languages
Translate trace into German
Translate trace into French
Translate trace into Italian
Translate trace into Spanish
Translate trace into Portuguese
Translate trace into Slovenian
Translate trace into Polish
Translate trace into Czech