Tight — English Dutch translation13 translations found

tight (a) (control) streng (m) (a) (control)
tight (a) (shoes) te klein (a) (shoes)
tight (a) (behavior) krenterig (a) (behavior)
tight (a) (space) krap (a) (space)
tight (a) (behavior) gierig (a) (behavior)
tight (a) (rope) gespannen (a) (rope)
tight (a) (shoes) nauw (a) (shoes)
tight (a) (rope) strak (a) (rope)
tight (a) (clothing) strak (a) (clothing)
tight (a) (space) nauw (a) (space)
tight (a) (clothing) nauwsluitend (a) (clothing)
tight (a) (behavior) vrekkig (a) (behavior)
tight (a) (space) eng (a) (space)
Tight examples19 examples found
be in a tight corner in een moeilijke situatie zitten
be in a tight corner in een lastig parket zitten
be in a tight corner in een benarde toestand zitten
be in a tight spot in een moeilijke situatie zitten
be in a tight spot in een lastig parket zitten
be in a tight spot in een benarde toestand zitten
draw tight aanhalen
draw tight strak trekken
hold tight zich vastklampen aan
hold tight stevig vasthouden
not tight flodderig
not tight zakachtig
shut tight goed dicht
sleep tight slaap wel
sleep tight wel te rusten
tight necklace nauwsluitende halsketting
tight-lipped gesloten
tight-lipped stil
shut tightly goed dicht
Translate Tight into other languages
Translate tight into German
Translate tight into French
Translate tight into Italian
Translate tight into Spanish
Translate tight into Portuguese
Translate tight into Slovenian
Translate tight into Polish
Translate tight into Czech