Think — translation English Dutch. Translate Think into Dutch

think (v) (problem)	nadenken (n) (v) (problem)
thought think think thought thought think	nagedacht denkt na denken na dachten na dacht na
think (v) (reasoning)	nadenken over (v) (reasoning)
think (v) (imagine)	bedenken (v) (imagine)
thought think think thought thought think	bedacht bedenken bedenkt bedacht bedachten
think (v) (reasoning)	overdenken (v) (reasoning)
thought think think thought thought think	overdacht overdenkt overdenken overdacht overdachten
think (v) (problem)	peinzen (v) (problem)
thought think think thought thought think	gepeinsd peinst peinzen peinsde peinsden
think (v) (mental faculty)	nadenken (n) (v) (mental faculty)
thought think think thought thought think	nagedacht denkt na denken na dachten na dacht na
think (v) (reasoning)	denken aan (v) (reasoning)
think (v) (problem)	piekeren (v) (problem)
thought think think thought thought think	gepiekerd piekeren piekert piekerden piekerde
think (v) (expectation)	denken (n) (v) (expectation)
thought think think thought thought think	gedacht denkt denken dacht dachten
think (v) (imagine)	begrijpen (v) (imagine)
thought think think thought thought think	begrepen begrijpt begrijpen begreep begrepen
think (v) (intention)	denken (n) (v) (intention)
thought think think thought thought think	gedacht denkt denken dacht dachten
think (v) (imagine)	zich indenken (v) (imagine)
think (v) (thought)	vermoeden (n) (v) (thought)
thought think think thought thought think	vermoed vermoedt vermoeden vermoedden vermoedde
think (v) (mental faculty)	denken (n) (v) (mental faculty)
thought think think thought thought think	gedacht denkt denken dacht dachten
think (v) (intention)	eraan denken om (v) (intention)
think (v) (thought)	denken (n) (v) (thought)
thought think think thought thought think	gedacht denkt denken dacht dachten
think (v) (imagine)	zich voorstellen (v) (imagine)
think (v) (reasoning)	bedenken (v) (reasoning)
thought think think thought thought think	bedacht bedenken bedenkt bedacht bedachten

Think examples55 examples found

think about	bedenken
think about	bedenken
think about	in overweging nemen
think about	nadenken over
think about	overwegen
think about	denken over
think about	vinden van
think about	denken aan
think better of it	zich bedenken
think better of it	er goed over nadenken
think better of it	zich bezinnen
think fit	gepast achten
think fit	goeddunken
think fit	het nodig achten
think fit	het nodig vinden
think highly of	een zeer hoge dunk hebben van
think highly of	hoog aanslaan
think highly of	op de handen dragen
think highly of	opzien naar
think highly of	opkijken naar
think much of	een zeer hoge dunk hebben van
think much of	hoog aanslaan
think much of	op de handen dragen
think much of	opzien naar
think much of	opkijken naar
think of	voor de geest halen
think of	vinden van
think of	denken over
think of	zich te binnen brengen
think out	nadenken over
think out	overdenken
think over	wikken
think over	wegen
think over	zich bezinnen op
think over	zich beraden
think over	overwegen
think over	afwegen
think the world of	een zeer hoge dunk hebben van
think the world of	hoog aanslaan
think the world of	op de handen dragen
think the world of	opzien naar
think the world of	opkijken naar
think through	nadenken over
think through	overdenken
think twice about it	zich bedenken
think twice about it	er goed over nadenken
think twice about it	zich bezinnen
think up	bedenken
think up	verzinnen
think up	uitvinden
think up	uitdenken
think well of	akkoord gaan met
think well of	goedvinden
think well of	goedkeuren
time to think the matter over	bedenktijd

Translate Think into other languages

— Translate think into German

— Translate think into French

— Translate think into Italian

— Translate think into Spanish

— Translate think into Portuguese

— Translate think into Slovenian

— Translate think into Polish

— Translate think into Czech

Think — English Dutch translation18 translations found