Term — translation English Dutch. Translate Term into Dutch

term (n) (words)	term (m) (n) (words)
term (n) (banking)	betalingstermijn (m) (n) (banking)
term (n) (words)	uitdrukking (f) (n) (words)
term (n) (period)	term (m) (n) (period)
term (n) (period)	termijn (m) (n) (period)

Term examples20 examples found

long-term	lang
long-term	lange-termijn-
long-term	op lange termijn
long-term	langlopend
long-term	lange termijn-
prison term	gevangenisstraf
short-term	korte-termijn-
short-term	kortzicht-
short-term	op korte termijn
standard term	geijkte term
standard term	algemeen gangbare term
standard term	gebruikelijke term
term of abuse	scheldnaam
term of address	aanspreektitel
term of employment	arbeidsvoorwaarde
term of endearment	uitdrukking van genegenheid
term of endearment	uiting van genegenheid
winter term	wintersemester
technical terminology	technische terminologie
technical terminology	vaktaal

Translate Term into other languages

Term — English Dutch translation5 translations found