Store — English Dutch translation15 translations found

store (n) (goods) opslagplaats (m) (n) (goods)
store (n) (trade) depot (m) (n) (trade)
store (n) (shopping) zaak (m) (n) (shopping)
store (n) (shopping) winkel (m) (n) (shopping)
store (n) (trade) magazijn (n) (n) (trade)
store (n) (goods) pakhuis (n) (n) (goods)
store (n) (quantity) reserve (m) (n) (quantity)
store (n) (goods) magazijn (n) (n) (goods)
store (n) (quantity) voorraad (m) (n) (quantity)
store (n) (quantity) hoop (m) (n) (quantity)
store (n) (shopping) warenhuis (n) (n) (shopping)
store (v) (data processing) opslaan (v) (data processing)
store (v) (goods) opslaan (v) (goods)
store (v) (supply) opbergen (v) (supply)
store (v) (supply) opslaan (v) (supply)
Store examples19 examples found
be in store for wachten
be in store for te wachten staan
be still in store nog te verwachten hebben
be still in store nog tegoed hebbben
goods sold in a men's outfitter's store herenmode
goods sold in a men's outfitter's store herenmodeartikelen
cash-and-carry store zelfbedieningsgroothandel
cash-and-carry store cash and carry
chain store grootwinkelbedrijf
department store warenhuis
department store grootwarenhuis
hardware store ijzerhandel
in store tegoed
liquor store slijterij
men's outfitter's store herenmodezaak
package store slijterij
retail store detailhandel
secret store geheime bergplaats
window store rolgordijn
Translate Store into other languages
Translate store into German
Translate store into French
Translate store into Italian
Translate store into Spanish
Translate store into Portuguese
Translate store into Slovenian
Translate store into Polish
Translate store into Czech