start
(n)
(place)
|
vertrekpunt
(n)
(n)
(place)
|
start
(n)
(action)
|
start
(m)
(n)
(action)
|
start
(n)
(beginning)
|
begin
(n)
(n)
(beginning)
|
start
(n)
(action)
|
aanvang
(m)
(n)
(action)
|
start
(n)
(beginning)
|
oorsprong
(m)
(n)
(beginning)
|
start
(n)
(general)
|
start
(m)
(n)
(general)
|
start
(n)
(place)
|
startpunt
(n)
(n)
(place)
|
start
(n)
(sports)
|
start
(m)
(n)
(sports)
|
start
(n)
(action)
|
begin
(n)
(n)
(action)
|
start
(n)
(general)
|
aanvang
(m)
(n)
(general)
|
start
(n)
(beginning)
|
aanvang
(m)
(n)
(beginning)
|
start
(n)
(time)
|
voorsprong
(m)
(n)
(time)
|
start
(n)
(general)
|
begin
(n)
(n)
(general)
|
start
(n)
(movement)
|
schok
(m)
(n)
(movement)
|
start
(n)
(beginning)
|
bron
(m)
(n)
(beginning)
|
start
(n)
(movement)
|
startsprong
(m)
(n)
(movement)
|
start
(v)
(beginning)
|
in werking stellen
(v)
(beginning)
|
start
(v)
(discussion)
|
beginnen
(v)
(discussion)
|
started
start
start
started
started
start
|
begonnen
begint
beginnen
begonnen
begon
|
start
(v)
(disaster)
|
aanstichten
(v)
(disaster)
|
started
start
start
started
started
start
|
aangesticht
sticht aan
stichten aan
stichtten aan
stichtte aan
|
start
(v)
(vehicles)
|
starten
(v)
(vehicles)
|
started
start
start
started
started
start
|
gestart
starten
start
startte
startten
|
start
(v)
(surprise)
|
opschrikken
(v)
(surprise)
|
started
start
start
started
started
start
|
opgeschrikt
schrikt op
schrikken op
schrikten op
schrikte op
|
start
(v)
(beginning)
|
het initiatief nemen tot
(v)
(beginning)
|
start
(v)
(automobiles)
|
starten
(v)
(automobiles)
|
started
start
start
started
started
start
|
gestart
starten
start
startte
startten
|
start
(v)
(begin)
|
beginnen
(v)
(begin)
|
started
start
start
started
started
start
|
begonnen
begint
beginnen
begonnen
begon
|
start
(v)
(beginning)
|
starten
(v)
(beginning)
|
started
start
start
started
started
start
|
gestart
starten
start
startte
startten
|
start
(v)
(disaster)
|
teweegbrengen
(v)
(disaster)
|
started
start
start
started
started
start
|
teweeggebracht
brengen teweeg
brengt teweeg
bracht teweeg
brachten teweeg
|
start
(v)
(disaster)
|
veroorzaken
(v)
(disaster)
|
started
start
start
started
started
start
|
veroorzaakt
veroorzaken
veroorzaakt
veroorzaakten
veroorzaakte
|
start
(v)
(vehicles)
|
aanslaan
(v)
(vehicles)
|
started
start
start
started
started
start
|
aangeslagen
slaan aan
slaat aan
sloeg aan
sloegen aan
|
start
(v)
(beginning)
|
beginnen aan
(v)
(beginning)
|
start
(v)
(begin)
|
starten
(v)
(begin)
|
started
start
start
started
started
start
|
gestart
starten
start
startte
startten
|
start
(v)
(beginning)
|
beginnen
(v)
(beginning)
|
started
start
start
started
started
start
|
begonnen
begint
beginnen
begonnen
begon
|
start
(v)
(begin)
|
aanvangen
(v)
(begin)
|
started
start
start
started
started
start
|
aangevangen
vangt aan
vangen aan
vingen aan
ving aan
|
start
(v)
(fear)
|
opspringen
(v)
(fear)
|
started
start
start
started
started
start
|
opgesprongen
springt op
springen op
sprong op
sprongen op
|
start
(v)
(automobiles)
|
aanslaan
(v)
(automobiles)
|
started
start
start
started
started
start
|
aangeslagen
slaan aan
slaat aan
sloeg aan
sloegen aan
|
start
(v)
(beginning)
|
beginnen met
(v)
(beginning)
|
start
(v)
(discussion)
|
aanvangen
(v)
(discussion)
|
started
start
start
started
started
start
|
aangevangen
vangt aan
vangen aan
vingen aan
ving aan
|
start
(v)
(fear)
|
opschrikken
(v)
(fear)
|
started
start
start
started
started
start
|
opgeschrikt
schrikt op
schrikken op
schrikten op
schrikte op
|
start
(v)
(surprise)
|
schrikken
(v)
(surprise)
|
started
start
start
started
started
start
|
geschrikt
schrikken
schrikt
schrikten
schrikte
|