Stain — translation English Dutch. Translate Stain into Dutch

stain (n) (dirt)	spat (m) (n) (dirt)
stain (n) (dirt)	vlek (m) (n) (dirt)
stain (v) (ink)	kladden (v) (ink)
stained stain stain stained stained stain	geklad kladt kladden kladde kladden
stain (v) (material)	vlekken krijgen (v) (material)
stain (v) (ink)	vlekken maken op (v) (ink)
stain (v) (ink)	vlekken (v) (ink)
stained stain stain stained stained stain	gevlekt vlekt vlekken vlekten vlekte
stain (v) (glass)	branden (v) (glass)
stained stain stain stained stained stain	gebrand brandt branden brandden brandde
stain (v) (glass)	kleuren (n) (v) (glass)
stained stain stain stained stained stain	gekleurd kleuren kleurt kleurden kleurde
stain (v) (writing)	vlekken maken (v) (writing)
stain (v) (writing)	kladden (v) (writing)
stained stain stain stained stained stain	geklad kladt kladden kladde kladden
stain (v) (ink)	bevlekken (n) (v) (ink)
stained stain stain stained stained stain	bevlekt bevlekken bevlekt bevlekte bevlekten
stain (v) (wood)	kleuren (n) (v) (wood)
stained stain stain stained stained stain	gekleurd kleuren kleurt kleurden kleurde
stain (v) (material)	vlekken (v) (material)
stained stain stain stained stained stain	gevlekt vlekt vlekken vlekten vlekte

Stain examples1 example found

Translate Stain into other languages

Stain — English Dutch translation13 translations found