Stagger — translation English Dutch. Translate Stagger into Dutch

stagger (v) (astound)	ontzetten (v) (astound)
staggered stagger stagger staggered staggered stagger	ontzet ontzet ontzetten ontzette ontzetten
stagger (v) (walking)	wankelen (v) (walking)
staggered stagger stagger staggered staggered stagger	gewankeld wankelen wankelt wankelde wankelden
stagger (v) (walking)	waggelen (v) (walking)
staggered stagger stagger staggered staggered stagger	gewaggeld waggelt waggelen waggelden waggelde
stagger (v) (astound)	verbazen (v) (astound)
staggered stagger stagger staggered staggered stagger	verbaasd verbazen verbaast verbaasden verbaasde
stagger (v) (astound)	verbijsteren (v) (astound)
staggered stagger stagger staggered staggered stagger	verbijsterd verbijsteren verbijstert verbijsterde verbijsterden
stagger (v) (astound)	onthutsen (v) (astound)
staggered stagger stagger staggered staggered stagger	onthutst onthutsen onthutst onthutste onthutsten
stagger (v) (astound)	verstomd doen staan (v) (astound)
stagger (v) (holiday)	spreiden (v) (holiday)
staggered stagger stagger staggered staggered stagger	gespreid spreidt spreiden spreidde spreidden

Translate Stagger into other languages

Stagger — English Dutch translation8 translations found