spread
(n)
(action)
|
verspreiding
(f)
(n)
(action)
|
spread
(n)
(bread)
|
smeersel
(n)
(n)
(bread)
|
spread
(v)
(rumor)
|
verspreiden
(v)
(rumor)
|
spread
spread
spread
spread
spread
spread
|
verspreid
verspreiden
verspreidt
verspreidde
verspreidden
|
spread
(v)
(diffuse)
|
verspreiden
(v)
(diffuse)
|
spread
spread
spread
spread
spread
spread
|
verspreid
verspreiden
verspreidt
verspreidde
verspreidden
|
spread
(v)
(rumor)
|
rondbazuinen
(v)
(rumor)
|
spread
spread
spread
spread
spread
spread
|
rondgebazuind
bazuint rond
bazuinen rond
bazuinden rond
bazuinde rond
|
spread
(v)
(diffuse)
|
uitspreiden
(v)
(diffuse)
|
spread
spread
spread
spread
spread
spread
|
uitgespreid
spreidt uit
spreiden uit
spreidden uit
spreidde uit
|
spread
(v)
(news)
|
verspreiden
(v)
(news)
|
spread
spread
spread
spread
spread
spread
|
verspreid
verspreiden
verspreidt
verspreidde
verspreidden
|
spread
(v)
(distance)
|
zich uitstrekken
(v)
(distance)
|
spread
(v)
(butter)
|
smeren
(n)
(v)
(butter)
|
spread
spread
spread
spread
spread
spread
|
gesmeerd
smeert
smeren
smeerde
smeerden
|
spread
(v)
(general)
|
zich verspreiden
(v)
(general)
|
spread
(v)
(distance)
|
zich uitspreiden
(v)
(distance)
|
spread
(v)
(rumor)
|
rondstrooien
(v)
(rumor)
|
spread
spread
spread
spread
spread
spread
|
rondgestrooid
strooit rond
strooien rond
strooiden rond
strooide rond
|