Split — English Dutch translation18 translations found

split (n) (relationship) breuk (m) (n) (relationship)
split (n) (relationship) mislukking (f) (n) (relationship)
split (n) (surface) berst (m) (n) (surface)
split (n) (surface) spleet (m) (n) (surface)
split (n) (relationship) stuklopen (n) (n) (relationship)
split (n) (sports - gymnastics) spagaat (m) (n) (sports - gymnastics)
split (n) (surface) barst (m) (n) (surface)
split (n) (surface) breuk (m) (n) (surface)
split (v) (part) verdelen (v) (part)
split (v) (physics) splitsen (v) (physics)
split (v) (wood) splijten (v) (wood)
split (v) (part) delen (v) (part)
split (v) (hair) splijten (v) (hair)
split (v) (wood) klieven (v) (wood)
split (v) (organization) verdelen (v) (organization)
split (v) (organization) uiteen doen vallen (v) (organization)
split (v) (hair) splitten (v) (hair)
split (v) (organization) een breuk veroorzaken tussen (v) (organization)
Split examples14 examples found
in a split second in een fractie van een seconde
split ends gespleten punten
split open barsten
split open openbreken
split open openbarsten
split pea spliterwt
split personality gespleten persoonlijkheid
split ring splitring
split ring sleutelring
split up in delen
split up verdeeld
split up scheiden
split up uit elkaar gaan
split-level met halve verdiepingen
Translate Split into other languages
Translate split into German
Translate split into French
Translate split into Italian
Translate split into Spanish
Translate split into Portuguese
Translate split into Slovenian
Translate split into Polish
Translate split into Czech