Sick — translation English Dutch. Translate Sick into Dutch

Sick examples45 examples found

be carsick	wagenziek zijn
be sick and tired of	doodziek zijn van
be sick and tired of	spuugzat zijn
be sick of	beu zijn
be sick of	zat zijn
be sick of	moe zijn
be sick of	genoeg hebben van
be sick of	doodziek zijn van
be sick of	spuugzat zijn
be sick of it	zich de keel uithangen
be sick of it	het zat zijn
be sick of it	het beu zijn
be sick of it	het moe zijn
be sick of it	er genoeg hebben van
be sick to death of	doodziek zijn van
be sick to death of	spuugzat zijn
be worried sick about	erg bezorgd zijn over
be worried sick about	erg inzitten over
make someone sick	iemand ziek maken
be sick	kotsen
be sick	braken
be sick	ziek zijn
be sick	uitbraken
be sick	opgeven
be sick	misselijk zijn
be sick	overgeven
be sick	onpasselijk zijn
fall sick	ziek worden
fall sick	ziek worden
feel sick	misselijk zijn
feel sick	onpasselijk zijn
make sick	van streek maken
make sick	er een punthoofd van krijgen
make sick	er kotsmissellijk van worden
make sick	er niet goed van worden
make sick	ziek maken
sick call	ziekenrapport
sick call	ziekenappel
sick leave	ziekteverlof
sick pay	ziekengeld
sick person	zieke
sick person	zieke
sick to one's stomach	misselijk
sick to one's stomach	onpasselijk
worried sick	doodongerust

Translate Sick into other languages

Sick — English Dutch translation4 translations found