Shame — English Dutch translation9 translations found

shame (n) (feelings) onbehagen (n) (n) (feelings)
shame (n) (situation) schande (m) (n) (situation)
shame (n) (situation) schandaal (n) (n) (situation)
shame (n) (general) schande (m) (n) (general)
shame (n) (feelings) beschaamdheid (f) (n) (feelings)
shame (n) (general) oneer (m) (n) (general)
shame (n) (feelings) gêne (m) (n) (feelings)
shame (n) (feelings) schaamte (f) (n) (feelings)
shame (n) (feelings) verlegenheid (f) (n) (feelings)
Shame examples30 examples found
be ashamed beschaamd zijn
be ashamed verlegen zijn
be ashamed zich schamen
be ashamed zich schamen
ashamed beschaamd
ashamed verlegen
be a shame jammer zijn
be a shame zonde zijn
be a shame spijtig zijn
feel ashamed verlegen zijn
feel ashamed zich schamen
what a shame t is zonde
what a shame wat jammer
what a shame 't is zonde
a shame spijtig
a shame zonde
a shame jammer
bring shame to de goede naam aantasten van
bring shame to in opspraak brengen
bring shame to compromitteren
bring shame upon oneself zichzelf in discrediet brengen
bring shame upon oneself zich bespottelijk maken
bring shame upon oneself zichzelf te schande maken
bring shame upon oneself zich blameren
public shame schanddaad
public shame schande
public shame publiek schandaal
without shame brutaal
without shame onbeschaamd
without shame schaamteloos
Translate Shame into other languages
Translate shame into German
Translate shame into French
Translate shame into Italian
Translate shame into Spanish
Translate shame into Portuguese
Translate shame into Slovenian
Translate shame into Polish
Translate shame into Czech