Need — English Dutch translation12 translations found

need (n) (general) nood (m) (n) (general)
need (n) (compulsion) behoefte (f) (n) (compulsion)
need (n) (compulsion) compulsie (f) (n) (compulsion)
need (n) (general) behoefte (f) (n) (general)
need (n) (compulsion) dwang (m) (n) (compulsion)
need (n) (requirement) vereiste (n) (requirement)
need (n) (compulsion) drang (m) (n) (compulsion)
need (n) (requirement) behoefte (f) (n) (requirement)
need (v) (general) behoefte hebben aan (v) (general)
need (v) (necessity) horen (m) (v) (necessity)
need (v) (general) nodig hebben (v) (general)
need (v) (necessity) moeten (v) (necessity)
Need examples15 examples found
be in need of money in geldnood zitten
dire need schrijnend gebrek
dire need nijpend tekort
if need be desnoods
if need be indien nodig
if need be zo nodig
in need behoeftig
in need hulpbehoevend
in need noodlijdend
in need arm
need to moeten
need to hoeven
take advantage of a need inhaken op een behoefte
take advantage of a need inspelen op een behoefte
urge on someone the need of iemand de noodzaak op het hart drukken van
Translate Need into other languages
Translate need into German
Translate need into French
Translate need into Italian
Translate need into Spanish
Translate need into Portuguese
Translate need into Slovenian
Translate need into Polish
Translate need into Czech