Meet — English Dutch translation10 translations found

meet (v) (arrival)	klaarstaan bij de aankomst van (v) (arrival)
meet (v) (person)	ontmoeten (v) (person)
met meet meet met met meet	ontmoet ontmoeten ontmoet ontmoetten ontmoette
meet (v) (meeting)	bijeenkomen (v) (meeting)
met meet meet met met meet	bijeengekomen komen bijeen komt bijeen kwam bijeen kwamen bijeen
meet (v) (person)	elkaar ontmoeten (v) (person)
meet (v) (person)	kennismaken (v) (person)
met meet meet met met meet	kennisgemaakt maakt kennis maken kennis maakte kennis maakten kennis
meet (v) (person)	elkaar treffen (v) (person)
meet (v) (roads)	samenkomen (v) (roads)
met meet meet met met meet	samengekomen komt samen komen samen kwamen samen kwam samen
meet (v) (movement)	elkaar raken (v) (movement)
meet (v) (person)	tegenkomen (v) (person)
met meet meet met met meet	tegengekomen komt tegen komen tegen kwamen tegen kwam tegen
meet (v) (meeting)	samenkomen (v) (meeting)
met meet meet met met meet	samengekomen komt samen komen samen kwamen samen kwam samen

Meet examples4 examples found

not meet one's expectations	slechter zijn dan verwacht
not meet one's expectations	niet aan iemands verwachtingen beantwoorden
not meet one's expectations	tegenvallen
not meet one's expectations	slecht uitvallen

Translate Meet into other languages

— Translate meet into German

— Translate meet into French

— Translate meet into Italian

— Translate meet into Spanish

— Translate meet into Portuguese

— Translate meet into Slovenian

— Translate meet into Polish

— Translate meet into Czech

Multilingual online translator Choose a dictionary: English French German Italian Spanish Portuguese Dutch Slovenian Polish Czech 2024 langdb.com | Page load 0.0586 s. Terms of use Privacy policy Contacts