Manage — English Dutch translation22 translations found

manage (v) (person) omgaan met (v) (person)
manage (v) (difficulty) zich behelpen (v) (difficulty)
manage (v) (budget) rondkomen (v) (budget)
manage (v) (person) aanpakken (v) (person)
manage (v) (general) zich redden (v) (general)
manage (v) (budget) zich behelpen (v) (budget)
manage (v) (business company) runnen (v) (business company)
manage (v) (achievement) klaarspelen (v) (achievement)
manage (v) (budget) toekomen (v) (budget)
manage (v) (job) bolwerken (v) (job)
manage (v) (job) klaarspelen (v) (job)
manage (v) (general) zich behelpen (v) (general)
manage (v) (difficulty) zich uit de slag trekken (v) (difficulty)
manage (v) (business company) besturen (v) (business company)
manage (v) (achievement) voor elkaar krijgen (v) (achievement)
manage (v) (budget) zich uit de slag trekken (v) (budget)
manage (v) (business company) leiden (n) (v) (business company)
manage (v) (job) fiksen (v) (job)
manage (v) (business company) administreren (v) (business company)
manage (v) (business company) beheren (v) (business company)
manage (v) (achievement) voor elkaar brengen (v) (achievement)
manage (v) (achievement) fiksen (v) (achievement)
Manage examples10 examples found
manage to het presteren om
manage to slagen in
manage to bolwerken
manage to het klaarspelen
manage to voor elkaar krijgen
manage to gelukken
manage to fiksen
manage to lukken in
stage-manage ensceneren
stage-manage opzetten
Translate Manage into other languages
Translate manage into German
Translate manage into French
Translate manage into Italian
Translate manage into Spanish
Translate manage into Portuguese
Translate manage into Slovenian
Translate manage into Polish
Translate manage into Czech