Luck — English Dutch translation7 translations found

luck (n) (success) mazzel (m) (n) (success)
luck (n) (general) toeval (n) (n) (general)
luck (n) (success) bof (m) (n) (success)
luck (n) (success) fortuin (m) (n) (success)
luck (n) (success) geluk (n) (n) (success)
luck (n) (success) succes (n) (n) (success)
luck (n) (general) geluk (n) (n) (general)
Luck examples43 examples found
bad luck rampspoed
bad luck tegenspoed
bad luck pech
bad luck ongeluk
bad luck tegenslag
bad luck bringer onheilsbrenger
bad luck bringer ongeluksbrenger
be down on one's luck geen geluk hebben
be down on one's luck tegenslag hebben
be down on one's luck ongeluk hebben
be down on one's luck pech hebben
be in luck boffen
be in luck geluk hebben
be out of luck geen geluk hebben
be out of luck tegenslag hebben
be out of luck ongeluk hebben
be out of luck pech hebben
bringer of bad luck ongeluksbode
good luck succes
good luck veel geluk
have all the luck altijd mazzel hebben
have all the luck altijd geluk hebben
have all the luck altijd boffen
have bad luck geen geluk hebben
have bad luck tegenslag hebben
have bad luck ongeluk hebben
have bad luck pech hebben
just my luck dat moet typisch mij weer overkomen
no such luck helaas niet
piece of luck meevallertje
piece of luck stom geluk
piece of luck gelukstreffer
piece of luck mazzel
piece of luck meevaller
press one's luck te veel risico's nemen
push one's luck te veel risico's nemen
stroke of luck meevallertje
stroke of luck stom geluk
stroke of luck gelukstreffer
stroke of luck mazzel
stroke of luck meevaller
try one's luck een poging wagen
try one's luck zijn geluk beproeven
Translate Luck into other languages
Translate luck into German
Translate luck into French
Translate luck into Italian
Translate luck into Spanish
Translate luck into Portuguese
Translate luck into Slovenian
Translate luck into Polish
Translate luck into Czech