Inflame — translation English Dutch. Translate Inflame into Dutch

inflame (v) (fire)	in brand vliegen (v) (fire)
inflame (v) (feelings)	razend maken (v) (feelings)
inflame (v) (medicine)	ontsteken (v) (medicine)
inflamed inflame inflame inflamed inflamed inflame	ontstoken ontsteken ontsteekt ontstaken ontstak
inflame (v) (feelings)	verhitten (v) (feelings)
inflamed inflame inflame inflamed inflamed inflame	verhit verhit verhitten verhitten verhitte
inflame (v) (fire)	vlam vatten (v) (fire)
inflame (v) (medicine)	inflammeren (v) (medicine)
inflamed inflame inflame inflamed inflamed inflame	geïnflammeerd inflammeert inflammeren inflammeerde inflammeerden
inflame (v) (feelings)	aanvuren (v) (feelings)
inflamed inflame inflame inflamed inflamed inflame	aangevuurd vuurt aan vuren aan vuurden aan vuurde aan
inflame (v) (fire)	ontvlammen (v) (fire)
inflamed inflame inflame inflamed inflamed inflame	ontvlamd ontvlammen ontvlamt ontvlamde ontvlamden
inflame (v) (fire)	ontbranden (v) (fire)
inflamed inflame inflame inflamed inflamed inflame	ontbrand ontbrandt ontbranden ontbrandde ontbrandden
inflame (v) (anger)	aanvuren (v) (anger)
inflamed inflame inflame inflamed inflamed inflame	aangevuurd vuurt aan vuren aan vuurden aan vuurde aan
inflame (v) (anger)	versterken (v) (anger)
inflamed inflame inflame inflamed inflamed inflame	versterkt versterken versterkt versterkte versterkten
inflame (v) (feelings)	woedend maken (v) (feelings)

Translate Inflame into other languages

Inflame — English Dutch translation12 translations found