Help — English Dutch translation18 translations found

help (n) (result) hulpmiddel (n) (n) (result)
help (n) (assistance) assistentie (f) (n) (assistance)
help (n) (assistance) bijstand (m) (n) (assistance)
help (n) (assistance) hulp (m) (n) (assistance)
help (n) (assistance) steun (m) (n) (assistance)
help (n) (result) hulp (m) (n) (result)
help (n) (result) middel (n) (n) (result)
help (v) (assist) helpen (v) (assist)
help (v) (assist) bijstaan (v) (assist)
help (v) (benefit) helpen (v) (benefit)
help (v) (benefit) van nut zijn (v) (benefit)
help (v) (assist) assisteren (v) (assist)
help (v) (general) helpen (v) (general)
help (v) (benefit) voordeel opleveren (v) (benefit)
help (v) (assist) bijspringen (v) (assist)
help (v) (be one's fault) helpen (v) (be one's fault)
help (v) (benefit) baten (v) (benefit)
help (v) (be one's fault) er iets kunnen aan doen (v) (be one's fault)
Help examples18 examples found
be ready to help geheel tot iemands beschikking staan
be ready to help gereedstaan voor iemand
be ready to help klaarstaan voor iemand
cry for help roep om hulp
cry for help noodkreet
help out bijspringen
help someone out iemand te hulp snellen
help someone out iemand te hulp komen
help someone out iemand uit de nood helpen
help someone out iemand te hulp schieten
help someone out iemand bijspringen
self-help zelfhulp
with the help of met behulp van
with the help of met de hulp van
with the help of met behulp van
with the help of middels
with the help of door middel van
with the help of met
Translate Help into other languages
Translate help into German
Translate help into French
Translate help into Italian
Translate help into Spanish
Translate help into Portuguese
Translate help into Slovenian
Translate help into Polish
Translate help into Czech