Group — English Dutch translation13 translations found

group (n) (people) partij (f) (n) (people)
group (n) (people) gezelschap (n) (n) (people)
group (n) (people) stel (n) (n) (people)
group (n) (people) hoop (m) (n) (people)
group (n) (people) groep (m) (n) (people)
group (n) (people) troep (m) (n) (people)
group (v) (people) zich in een groep verenigen (v) (people)
group (v) (people) samenkomen (v) (people)
group (v) (people) zich groeperen (v) (people)
group (v) (people) bijeenkomen (v) (people)
group (v) (people) een groep vormen (v) (people)
group (v) (people) zich verzamelen (v) (people)
group (v) (classification) groeperen (v) (classification)
Group examples18 examples found
age group leeftijdsgroep
blood group bloedgroep
form a group een groep vormen
form a group zich in een groep verenigen
form a group zich groeperen
group of soldiers bataljon
group of three driemanschap
group of three groep van drie
group of three trio
group practice groepspraktijk
group therapy groepstherapie
pop group popgroep
pressure group pressiegroep
rock group popgroep
small group stelletje
small group groepje
splinter group splinterpartij
splinter group splintergroepering
Translate Group into other languages
Translate group into German
Translate group into French
Translate group into Italian
Translate group into Spanish
Translate group into Portuguese
Translate group into Slovenian
Translate group into Polish
Translate group into Czech