Express — translation English Dutch. Translate Express into Dutch

express (n) (railways)	exprestrein (m) (n) (railways)
express (n) (railways)	sneltrein (m) (n) (railways)
express (a) (wish)	uitdrukkelijk (a) (wish)
express (v) (indication)	duidelijk maken (v) (indication)
express (v) (behavior)	uitdrukken (v) (behavior)
expressed express express expressed expressed express	uitgedrukt drukt uit drukken uit drukte uit drukten uit
express (v) (feelings)	betuigen (v) (feelings)
expressed express express expressed expressed express	betuigd betuigen betuigt betuigde betuigden
express (v) (indication)	signaleren (v) (indication)
expressed express express expressed expressed express	gesignaleerd signaleren signaleert signaleerden signaleerde
express (v) (behavior)	getuigen van (v) (behavior)
express (v) (feelings)	onder woorden brengen (n) (v) (feelings)
express (v) (feelings)	uiten (v) (feelings)
expressed express express expressed expressed express	geüit uiten uit uitten uitte
express (v) (mail)	met snelpost verzenden (v) (mail)
express (v) (feelings)	verwoorden (v) (feelings)
expressed express express expressed expressed express	verwoord verwoorden verwoordt verwoordde verwoordden
express (v) (mail)	per expresse verzenden (v) (mail)
express (v) (feelings)	uitdrukken (v) (feelings)
expressed express express expressed expressed express	uitgedrukt drukt uit drukken uit drukte uit drukten uit
express (v) (behavior)	weerspiegelen (v) (behavior)
expressed express express expressed expressed express	weerspiegeld weerspiegelen weerspiegelden

Express examples22 examples found

Translate Express into other languages

Express — English Dutch translation15 translations found