Cook — translation English Dutch. Translate Cook into Dutch

cook (n) (profession - man)	kok (m) (n) (profession - man)
cook (n) (profession - woman)	kok (m) (n) (profession - woman)
cook (v) (culinary)	eten bereiden (v) (culinary)
cook (v) (transitive)	koken (n) (v) (transitive)
cooked cook cook cooked cooked cook	gekookt koken kookt kookte kookten
cook (v) (culinary)	koken (n) (v) (culinary)
cooked cook cook cooked cooked cook	gekookt koken kookt kookte kookten
cook (v) (intransitive)	sudderen (v) (intransitive)
cooked cook cook cooked cooked cook	gesudderd sudderen sudderden
cook (v) (intransitive)	koken (n) (v) (intransitive)
cooked cook cook cooked cooked cook	gekookt koken kookt kookte kookten
cook (v) (culinary)	eten klaarmaken (v) (culinary)

Cook examples14 examples found

Translate Cook into other languages

Cook — English Dutch translation8 translations found