contract (n) (general) | contract (n) (n) (general) |
contract (n) (general) | overeenkomst (f) (n) (general) |
contract (v) (disease) | opdoen (v) (disease) |
contract (v) (medicine) | besmet worden met (v) (medicine) |
contract (v) (agreement) | een contract sluiten (v) (agreement) |
contract (v) (disease) | vatten (v) (disease) |
contract (v) (muscle) | zich samentrekken (v) (muscle) |
contract (v) (agreement) | een overeenkomst sluiten (v) (agreement) |
contract (v) (disease) | oplopen (v) (disease) |
contract (v) (disease) | krijgen (v) (disease) |