Contact — English Dutch translation11 translations found

contact (n) (person) contactpersoon (m) (n) (person)
contact (n) (electricity) contact (n) (n) (electricity)
contact (n) (man) contactpersoon (m) (n) (man)
contact (n) (woman) contactpersoon (m) (n) (woman)
contact (n) (touch) contact (n) (n) (touch)
contact (n) (person) connectie (f) (n) (person)
contact (n) (person) contact (n) (n) (person)
contact (v) (person) contact opnemen met (v) (person)
contact (v) (person) contacteren (v) (person)
contact (v) (person) bereiken (n) (v) (person)
contact (v) (person) in contact treden met (v) (person)
Contact examples9 examples found
be in contact with communiceren met
be in contact with contact hebben met
be out of contact with geen contact meer hebben met
contact lens contactlens
have contact with omgaan met
have contact with contact onderhouden met
keep in contact with contact onderhouden met
lose contact with uit het oog verliezen
lose contact with het contact verliezen met
Translate Contact into other languages
Translate contact into German
Translate contact into French
Translate contact into Italian
Translate contact into Spanish
Translate contact into Portuguese
Translate contact into Slovenian
Translate contact into Polish
Translate contact into Czech