Complete — English Dutch translation49 translations found

complete (a) (nonsense) puur (a) (nonsense)
complete (a) (unexpurgated) onverkort (a) (unexpurgated)
complete (a) (degree) helemaal (a) (degree)
complete (a) (nonsense) volslagen (a) (nonsense)
complete (a) (degree) diepgaand (a) (degree)
complete (a) (division) onverdeeld (a) (division)
complete (a) (attention) volledig (a) (attention)
complete (a) (finished) af (a) (finished)
complete (a) (disaster) volslagen (a) (disaster)
complete (a) (disaster) absoluut (a) (disaster)
complete (a) (degree) compleet (a) (degree)
complete (a) (degree) totaal (n) (a) (degree)
complete (a) (change) algemeen (a) (change)
complete (a) (entire) integraal (m) (a) (entire)
complete (a) (degree) door en door (a) (degree)
complete (a) (disaster) volkomen (a) (disaster)
complete (a) (support) onvoorwaardelijk (a) (support)
complete (a) (change) volledig (a) (change)
complete (a) (finished) voltooid (a) (finished)
complete (a) (change) algeheel (a) (change)
complete (a) (change) totaal (n) (a) (change)
complete (a) (nonsense) louter (a) (nonsense)
complete (a) (attention) onverdeeld (a) (attention)
complete (a) (unexpurgated) integraal (m) (a) (unexpurgated)
complete (a) (attention) volkomen (a) (attention)
complete (a) (degree) grondig (a) (degree)
complete (a) (change) compleet (a) (change)
complete (a) (entire) totaal (n) (a) (entire)
complete (a) (division) volledig (a) (division)
complete (a) (finished) klaar (a) (finished)
complete (a) (entire) compleet (a) (entire)
complete (a) (entire) geheel (n) (a) (entire)
complete (a) (support) onverdeeld (a) (support)
complete (a) (entire) volledig (a) (entire)
complete (a) (absolute) volkomen (a) (absolute)
complete (a) (degree) volslagen (a) (degree)
complete (a) (absolute) absoluut (a) (absolute)
complete (a) (finished) compleet (a) (finished)
complete (a) (absolute) totaal (n) (a) (absolute)
complete (v) (assignment) afwerken (v) (assignment)
complete (v) (work) een einde maken aan (v) (work)
complete (v) (assignment) voltooien (v) (assignment)
complete (v) (fill out) vervolledigen (v) (fill out)
complete (v) (work) afmaken (v) (work)
complete (v) (assignment) verrichten (v) (assignment)
complete (v) (assignment) uitvoeren (n) (v) (assignment)
complete (v) (assignment) afmaken (v) (assignment)
complete (v) (work) beëindigen (v) (work)
complete (v) (fill out) invullen (v) (fill out)
Complete examples4 examples found
complete happiness zaligheid
complete happiness gelukzaligheid
make a complete shambles of een rommeltje maken van
make a complete shambles of een ramp maken van
Translate Complete into other languages
Translate complete into German
Translate complete into French
Translate complete into Italian
Translate complete into Spanish
Translate complete into Portuguese
Translate complete into Slovenian
Translate complete into Polish
Translate complete into Czech