communicate
(v)
(information)
|
kenbaar maken
(v)
(information)
|
communicate
(v)
(information)
|
meedelen
(v)
(information)
|
communicated
communicate
communicate
communicated
communicated
communicate
|
meegedeeld
delen mee
deelt mee
deelden mee
deelde mee
|
communicate
(v)
(information)
|
overbrengen
(n)
(v)
(information)
|
communicated
communicate
communicate
communicated
communicated
communicate
|
overbracht
overbrengen
overbrengt
overbrachten
overbracht
|
communicate
(v)
(medicine)
|
overdragen
(v)
(medicine)
|
communicated
communicate
communicate
communicated
communicated
communicate
|
overgedragen
dragen over
draagt over
droeg over
droegen over
|
communicate
(v)
(medicine)
|
overbrengen
(n)
(v)
(medicine)
|
communicated
communicate
communicate
communicated
communicated
communicate
|
overbracht
overbrengen
overbrengt
overbrachten
overbracht
|
communicate
(v)
(information)
|
mededelen
(v)
(information)
|
communicated
communicate
communicate
communicated
communicated
communicate
|
medegedeeld
delen mede
deelt mede
deelden mede
deelde mede
|
communicate
(v)
(rooms)
|
met elkaar verbonden zijn
(v)
(rooms)
|
communicate
(v)
(religion - catholic)
|
communiceren
(v)
(religion - catholic)
|
communicated
communicate
communicate
communicated
communicated
communicate
|
gecommuniceerd
communiceert
communiceren
communiceerden
communiceerde
|
communicate
(v)
(religion - Protestant)
|
het Avondmaal vieren
(v)
(religion - Protestant)
|
communicate
(v)
(rooms)
|
met elkaar in verbinding staan
(v)
(rooms)
|
communicate
(v)
(conversation)
|
communiceren
(v)
(conversation)
|
communicated
communicate
communicate
communicated
communicated
communicate
|
gecommuniceerd
communiceert
communiceren
communiceerden
communiceerde
|
communicate
(v)
(religion - catholic)
|
de communie ontvangen
(v)
(religion - catholic)
|