Cold — English Dutch translation8 translations found

cold (n) (disease) verkoudheid (f) (n) (disease)
cold (n) (temperature) kilte (f) (n) (temperature)
cold (n) (temperature) kou (f) (n) (temperature)
cold (n) (temperature) koude (f) (n) (temperature)
cold (a) (behavior) gevoelloos (a) (behavior)
cold (a) (temperature) koud (a) (temperature)
cold (a) (behavior) koud (a) (behavior)
cold (a) (behavior) onverschillig (a) (behavior)
Cold examples36 examples found
catch a cold een kou opdoen
catch a cold een verkoudheid opdoen
catch a cold kouvatten
catch a cold verkouden worden
cold and wet dompig
cold and wet klam
cold cuts charcuterie
cold cuts fijne vleeswaren
cold shower teleurstelling
cold shower domper
cold sore koortsblaasje
cold war koude oorlog
cold-blooded harteloos
cold-blooded ongevoelig
cold-blooded koudbloedig
cold-blooded wreed
cold-blooded zonder medelijden
cold-blooded hardvochtig
cold-blooded koelbloedig
cold-blooded meedogenloos
cold-rare niet doorbakken
cold-shoulder negeren
cold-shoulder de rug toekeren
come down with a cold een kou opdoen
come down with a cold een verkoudheid opdoen
come down with a cold kouvatten
come down with a cold verkouden worden
get a cold een kou opdoen
get a cold een verkoudheid opdoen
get a cold kouvatten
get a cold verkouden worden
have a cold een verkoudheid hebben
have a cold verkouden zijn
ice-cold ijskoud
sensitive to cold gevoelig voor de kou
sensitive to cold kouwelijk
Translate Cold into other languages
Translate cold into German
Translate cold into French
Translate cold into Italian
Translate cold into Spanish
Translate cold into Portuguese
Translate cold into Slovenian
Translate cold into Polish
Translate cold into Czech