cause
(n)
(general)
|
oorzaak
(m)
(n)
(general)
|
cause
(n)
(objective)
|
doel
(n)
(n)
(objective)
|
cause
(n)
(reason)
|
oorzaak
(m)
(n)
(reason)
|
cause
(n)
(reason)
|
reden
(m)
(n)
(reason)
|
caused
cause
cause
caused
caused
cause
|
gereed
reedt
reden
reedde
reedden
|
cause
(n)
(reason)
|
grond
(m)
(n)
(reason)
|
cause
(v)
(disaster)
|
teweegbrengen
(v)
(disaster)
|
caused
cause
cause
caused
caused
cause
|
teweeggebracht
brengen teweeg
brengt teweeg
bracht teweeg
brachten teweeg
|
cause
(v)
(bring about)
|
bewerkstelligen
(v)
(bring about)
|
caused
cause
cause
caused
caused
cause
|
bewerkstelligd
bewerkstelligen
bewerkstelligt
bewerkstelligde
bewerkstelligden
|
cause
(v)
(disaster)
|
aanstichten
(v)
(disaster)
|
caused
cause
cause
caused
caused
cause
|
aangesticht
sticht aan
stichten aan
stichtten aan
stichtte aan
|
cause
(v)
(uprising)
|
aanstichten
(v)
(uprising)
|
caused
cause
cause
caused
caused
cause
|
aangesticht
sticht aan
stichten aan
stichtten aan
stichtte aan
|
cause
(v)
(uprising)
|
teweegbrengen
(v)
(uprising)
|
caused
cause
cause
caused
caused
cause
|
teweeggebracht
brengen teweeg
brengt teweeg
bracht teweeg
brachten teweeg
|
cause
(v)
(damage)
|
aanrichten
(v)
(damage)
|
caused
cause
cause
caused
caused
cause
|
aangericht
richten aan
richt aan
richtten aan
richtte aan
|
cause
(v)
(uprising)
|
veroorzaken
(v)
(uprising)
|
caused
cause
cause
caused
caused
cause
|
veroorzaakt
veroorzaken
veroorzaakt
veroorzaakten
veroorzaakte
|
cause
(v)
(bring about)
|
voortbrengen
(v)
(bring about)
|
caused
cause
cause
caused
caused
cause
|
voortgebracht
brengen voort
brengt voort
brachten voort
bracht voort
|
cause
(v)
(trouble)
|
berokkenen
(v)
(trouble)
|
caused
cause
cause
caused
caused
cause
|
berokkend
berokkenen
berokkent
berokkende
berokkenden
|
cause
(v)
(bring about)
|
veroorzaken
(v)
(bring about)
|
caused
cause
cause
caused
caused
cause
|
veroorzaakt
veroorzaken
veroorzaakt
veroorzaakten
veroorzaakte
|
cause
(v)
(trouble)
|
veroorzaken
(v)
(trouble)
|
caused
cause
cause
caused
caused
cause
|
veroorzaakt
veroorzaken
veroorzaakt
veroorzaakten
veroorzaakte
|
cause
(v)
(general)
|
berokkenen
(v)
(general)
|
caused
cause
cause
caused
caused
cause
|
berokkend
berokkenen
berokkent
berokkende
berokkenden
|
cause
(v)
(disaster)
|
veroorzaken
(v)
(disaster)
|
caused
cause
cause
caused
caused
cause
|
veroorzaakt
veroorzaken
veroorzaakt
veroorzaakten
veroorzaakte
|
cause
(v)
(bring about)
|
met zich meebrengen
(v)
(bring about)
|
cause
(v)
(damage)
|
veroorzaken
(v)
(damage)
|
caused
cause
cause
caused
caused
cause
|
veroorzaakt
veroorzaken
veroorzaakt
veroorzaakten
veroorzaakte
|
cause
(v)
(general)
|
veroorzaken
(v)
(general)
|
caused
cause
cause
caused
caused
cause
|
veroorzaakt
veroorzaken
veroorzaakt
veroorzaakten
veroorzaakte
|
cause
(v)
(bring about)
|
teweegbrengen
(v)
(bring about)
|
caused
cause
cause
caused
caused
cause
|
teweeggebracht
brengen teweeg
brengt teweeg
bracht teweeg
brachten teweeg
|