Card — English Dutch translation9 translations found

card (n) (travel) prentbriefkaart (m) (n) (travel)
card (n) (collection) prent (m) (n) (collection)
card (n) (general) kaart (m) (n) (general)
card (n) (games - cards) speelkaart (m) (n) (games - cards)
card (n) (collection) plaatje (n) (n) (collection)
card (n) (travel) prentkaart (m) (n) (travel)
card (n) (business company) visitekaartje (n) (n) (business company)
card (n) (travel) ansichtkaart (m) (n) (travel)
card (n) (visitor) visitekaartje (n) (n) (visitor)
Card examples50 examples found
identity card identiteitskaart
identity card persoonsbewijs
identity card identiteitsbewijs
identity card legitimatiebewijs
bankcard bankkaart
bankcard betaalpas
bankcard betaalkaart
banker's card bankkaart
banker's card betaalpas
banker's card betaalkaart
ID card identiteitskaart
ID card persoonsbewijs
ID card identiteitsbewijs
ID card legitimatiebewijs
New Year card nieuwjaarskaart
bank card bankkaart
bank card betaalpas
bank card betaalkaart
boarding card instapkaart
calling card visitekaartje
card game kaartspel
card game een rondje kaarten
card index kaartsysteem
card index kaartenbak
card index kaartregister
card index kaartindex
check card bankkaart
check card betaalpas
check card betaalkaart
credit card betaalkaart
credit card kredietkaart
credit card credit card
face card pop
index card systeemkaart
master card troefkaart
master card troef
picture card prentkaart
picture card pop
picture card ansichtkaart
picture card prentbriefkaart
playing card speelkaart
postal card briefkaart
postal card prentkaart
postal card ansichtkaart
postal card prentbriefkaart
punch card ponskaart
report card schoolrapport
trump card troefkaart
trump card troef
visiting card visitekaartje
Translate Card into other languages
Translate card into German
Translate card into French
Translate card into Italian
Translate card into Spanish
Translate card into Portuguese
Translate card into Slovenian
Translate card into Polish
Translate card into Czech