Brush — translation English Dutch. Translate Brush into Dutch

brush (n) (electricity)	koolborstel (m) (n) (electricity)
brush (n) (art)	penseel (n) (n) (art)
brush (n) (electricity)	borstel (m) (n) (electricity)
brush (n) (cleaning)	borstel (m) (n) (cleaning)
brush (n) (nature)	kreupelhout (n) (n) (nature)
brush (n) (nature)	onderhout (n) (n) (nature)
brush (v) (teeth)	borstelen (v) (teeth)
brushed brush brush brushed brushed brush	geborsteld borstelt borstelen borstelde borstelden
brush (v) (cleaning)	vegen (v) (cleaning)
brushed brush brush brushed brushed brush	geveegd veegt vegen veegde veegden
brush (v) (hair)	borstelen (v) (hair)
brushed brush brush brushed brushed brush	geborsteld borstelt borstelen borstelde borstelden
brush (v) (cleaning)	uitvegen (n) (v) (cleaning)
brushed brush brush brushed brushed brush	uitgeveegd veegt uit vegen uit veegden uit veegde uit
brush (v) (coat)	afborstelen (v) (coat)
brushed brush brush brushed brushed brush	afgeborsteld borstelt af borstelen af borstelden af borstelde af
brush (v) (teeth)	poetsen (v) (teeth)
brushed brush brush brushed brushed brush	gepoetst poetst poetsen poetste poetsten

Brush examples21 example found

Translate Brush into other languages

Brush — English Dutch translation12 translations found