apply
(v)
(theory)
|
toepasselijk zijn
(v)
(theory)
|
apply
(v)
(theory)
|
gelden
(v)
(theory)
|
applied
apply
apply
applied
applied
apply
|
gegolden
geldt
gelden
gold
golden
|
apply
(v)
(skill)
|
uitoefenen
(v)
(skill)
|
applied
apply
apply
applied
applied
apply
|
uitgeöefend
oefent uit
oefenen uit
oefenden uit
oefende uit
|
apply
(v)
(put to use)
|
bezigen
(v)
(put to use)
|
applied
apply
apply
applied
applied
apply
|
gebezigd
bezigt
bezigen
bezigden
bezigde
|
apply
(v)
(influence)
|
aanwenden
(v)
(influence)
|
applied
apply
apply
applied
applied
apply
|
aangewend
wendt aan
wenden aan
wendde aan
wendden aan
|
apply
(v)
(administer)
|
inwrijven
(v)
(administer)
|
applied
apply
apply
applied
applied
apply
|
ingewreven
wrijven in
wrijft in
wreef in
wreven in
|
apply
(v)
(skill)
|
aanwenden
(v)
(skill)
|
applied
apply
apply
applied
applied
apply
|
aangewend
wendt aan
wenden aan
wendde aan
wendden aan
|
apply
(v)
(influence)
|
bezigen
(v)
(influence)
|
applied
apply
apply
applied
applied
apply
|
gebezigd
bezigt
bezigen
bezigden
bezigde
|
apply
(v)
(put to use)
|
benutten
(v)
(put to use)
|
applied
apply
apply
applied
applied
apply
|
benut
benut
benutten
benutte
benutten
|
apply
(v)
(administer)
|
aanbrengen
(v)
(administer)
|
applied
apply
apply
applied
applied
apply
|
aangebracht
brengen aan
brengt aan
bracht aan
brachten aan
|
apply
(v)
(put to use)
|
gebruiken
(v)
(put to use)
|
applied
apply
apply
applied
applied
apply
|
gebruikt
gebruiken
gebruikt
gebruikte
gebruikten
|
apply
(v)
(administer)
|
opleggen
(n)
(v)
(administer)
|
applied
apply
apply
applied
applied
apply
|
opgelegd
legt op
leggen op
legde op
legden op
|
apply
(v)
(put to use)
|
toepassen
(v)
(put to use)
|
applied
apply
apply
applied
applied
apply
|
toegepast
passen toe
past toe
pasten toe
paste toe
|
apply
(v)
(influence)
|
gebruiken
(v)
(influence)
|
applied
apply
apply
applied
applied
apply
|
gebruikt
gebruiken
gebruikt
gebruikte
gebruikten
|