Apart — English Dutch translation8 translations found

apart (o) (objects) van elkaar (o) (objects)
apart (o) (aside) apart (o) (aside)
apart (o) (general) uiteen (o) (general)
apart (o) (objects) apart (o) (objects)
apart (o) (general) aan stukken (o) (general)
apart (o) (aside) weg (m) (o) (aside)
apart (o) (general) uit elkaar (o) (general)
apart (o) (aside) opzij (o) (aside)
Apart examples37 examples found
falling apart ineenstorting
falling apart uiteenvallen
falling apart uit elkaar vallen
that can be taken apart uit elkaar te halen
that can be taken apart demontabel
that can be taken apart demonteerbaar
apart from naast
apart from zowel als
apart from benevens
apart from buiten
apart from afgezien van
apart from behalve
apart from afgezien van
come apart breken
come apart in stukken breken
come apart uit elkaar vallen
come apart kapot gaan
fall apart uiteenvallen
fall apart uit elkaar vallen
keep oneself apart from zich niet bemoeien met
keep oneself apart from zich afzijdig houden van
place apart met tussenruimten plaatsen
place apart uit elkaar plaatsen
set apart apart nemen
set apart terzijde zetten
space apart met tussenruimten plaatsen
space apart uit elkaar plaatsen
take apart demonteren
take apart uit elkaar halen
tear apart verscheuren
tear apart verscheuren
tear apart aan stukken scheuren
tell apart onderscheiden
tell apart onderkennen
tell apart uit elkaar houden
tell apart een onderscheid maken
tell apart differentiëren
Translate Apart into other languages
— Translate apart into German
— Translate apart into French
— Translate apart into Italian
— Translate apart into Spanish
— Translate apart into Portuguese
— Translate apart into Slovenian
— Translate apart into Polish
— Translate apart into Czech
Multilingual online translator Choose a dictionary: English French German Italian Spanish Portuguese Dutch Slovenian Polish Czech 2024 langdb.com | Page load 0.1154 s. Terms of use Privacy policy Contacts