Accent — translation English Dutch. Translate Accent into Dutch

accent (n) (emphasis)	accent (n) (n) (emphasis)
accent (n) (emphasis)	klemtoon (m) (n) (emphasis)
accent (n) (language)	accent (n) (n) (language)
accent (n) (linguistics)	accent (n) (n) (linguistics)
accent (n) (linguistics)	accentteken (n) (n) (linguistics)
accent (v) (conversation)	nadruk leggen op (v) (conversation)
accent (v) (conversation)	benadrukken (v) (conversation)
accented accent accent accented accented accent	benadrukt benadrukt benadrukken benadrukten benadrukte
accent (v) (conversation)	onderstrepen (v) (conversation)
accented accent accent accented accented accent	onderstreept onderstrepen onderstreept onderstreepten onderstreepte
accent (v) (conversation)	accentueren (v) (conversation)
accented accent accent accented accented accent	geaccentueerd accentueren accentueert accentueerden accentueerde
accent (v) (conversation)	beklemtonen (v) (conversation)
accented accent accent accented accented accent	beklemtoond beklemtoont beklemtonen beklemtoonden beklemtoonde
accent (v) (conversation)	de nadruk leggen op (v) (conversation)

Translate Accent into other languages

Accent — English Dutch translation11 translations found