Pull — English Dutch translation10 translations found

pull (n) (movement) snok (n) (movement)
pull (n) (movement) haal (m) (n) (movement)
pull (n) (movement) ruk (m) (n) (movement)
pull (v) (objects) trekken (n) (v) (objects)
pull (v) (medicine) verrekken (v) (medicine)
pull (v) (objects) sjorren (v) (objects)
pull (v) (objects) sleuren (v) (objects)
pull (v) (objects) slepen (n) (v) (objects)
pull (v) (movement) trekken (n) (v) (movement)
pull (v) (pistol) trekken (n) (v) (pistol)
Pull examples34 examples found
leg-pull beetnemerij
leg-pull poets
pull about rondslepen
pull about heen en weer trekken
pull along trekken
pull around rondslepen
pull around heen en weer trekken
pull away wegrijden
pull away wegtrekken
pull back terugtrekken
pull down slopen
pull down vernielen
pull down verzwakken
pull down afbreken
pull in aanlokken
pull in aantrekken
pull in meenemen
pull in naar de kant rijden
pull off bolwerken
pull off slagen in
pull off klaarspelen
pull off fiksen
pull oneself in zijn buik inhouden
pull out uitrukken
pull out extraheren
pull out uitrukken
pull out trekken
pull out uittrekken
pull out uittrekken
pull out uittrekken
pull over naar de kant rijden
pull over to the left links voorsorteren
pull over to the right rechts voorsorteren
pull up stoppen
Translate Pull into other languages
Translate pull into German
Translate pull into French
Translate pull into Italian
Translate pull into Spanish
Translate pull into Portuguese
Translate pull into Slovenian
Translate pull into Polish
Translate pull into Czech